COLUMN | Doe het toch maar
In deze Radbode (pagina 12-15) lees je vijf prachtige verhalen  van collega’s. Verhalen met een duidelijke rode draad: de onverschrokkenheid  van Marian die haar vrienden eerlijk vertelt wat ze nodig heeft; de dapperheid van  Eva’s patiënt om toch opnieuw een ingrijpende hersenbehandeling aan te gaan;  een IC-patiënt die besluit dat het genoeg is en zijn laatste tijd ten volle  beleeft. 
  
Moed – een van de kardinale deugden. Belangrijk voor mensen  die hier als patiënt over de drempel stappen met onzekere tijden in het  vooruitzicht. Op hun kwetsbaarste moment leggen ze hun leven soms letterlijk in  handen van anderen. Het is een voorrecht om belangrijk werk te kunnen doen, maar  het brengt grote verantwoordelijkheid met zich mee – of dat nu gaat om het  voorkomen van cyberaanvallen of het brengen van slecht nieuws. Ook dat vergt  moed.
Ik denk vaak aan de woorden van Babs Gons. Haar dichtbundel  Doe het toch maar leest als een opdracht, een duwtje in de rug om, ondanks het  gewicht van die verantwoordelijkheid, toch die stap te zetten. Je uitspreken  als iemand over je grenzen gaat. Toch weer durven opereren nadat je een  complicatie hebt meegemaakt. Aan collega’s laten zien dat iets je raakt.
Om met Gons te spreken:
“als ode aan het leven
  aan de liefde
  aan de tegenzin
  aan de twijfel
  doe het toch maar
  Moedig voorwaarts in het nieuwe jaar.”
